
Terwijl de wereld nog sliep en de nevels als sluiers over de velden lagen ging ik deze ochtend nog eens met de fiets op pad in de Damvallei.
Op een bepaald moment kwam ik een veld met teunisbloemen tegen die lagen te schitteren in het gulden licht van de opkomende zon.
Hun gele bloemblaadjes vingen de eerste stralen, alsof ze van binnenuit oplichtten.
Het was alsof ze wisten dat dit hun laatste ochtend was en daarom schitterden ze des te feller.
Deze bloemen leven namelijk in omgekeerde tijd. Terwijl andere bloemen hun gezicht naar de middagzon keren, begint hun verhaal wanneer de dag ten einde loopt. Als de duisternis langzaam binnensluipt, vouwen zij open.

Maar nu was het ochtend, hun tijd was bijna om.
De zachte gouden gloed die door de mistige lucht scheen, gaf hen iets magisch. Alsof de natuur zelf hen eerde, als koningen en koninginnnen die afscheid namen van hun volk. Geen fanfare, geen trompetten. Alleen het fluisteren van het licht, de stilte van de ochtend en het zachte applaus van de dauw.
Deze bloemen, op deze ene morgen, stonden symbool voor alles wat vergankelijk is. Een herinnering dat het zelfs het kortste leven een diepe indruk kan achterlaten.
De laatste ode aan de teunisbloem was geschreven in licht, in dauw en in stilte.

Tekst en fotografie : Koenraad De Mol.
Jij zou toch een boek moeten schrijven met teksten en jouw mooie foto’s. Maar je kreaversum is ook al de moeite. !!!!