Site Overlay

Wanneer de zon zakt en de dassen ontwaken.

Een warme lenteavond in mei, te warm voor de tijd van het jaar, lokt mij naar de dassenburcht in het bos, in de buurt van mijn woning.
De muggen in de Franse Ardennen zijn berucht, ze steken dwars door het katoen van mijn T-shirt. Daarom trek ik een stevige lange broek aan en een hoodie met kap. De onbedekte huid wordt zorgvuldig ingesmeerd met muggenlotion.

Gewapend met een webcam en een zitkussen vertrek ik een uur voor zonsondergang richting burcht. Je moet er vroeg bij zijn, de ervaring leert dat dassen bij warm weer soms al een half uur voor zonsondergang verschijnen. Het is dus zaak ruim op tijd een geschikte zitplaats te vinden. Zo geruisloos mogelijk nader ik de burcht, want als dassen ergens goed in zijn, is het wel horen. Gelukkig is de bosbodem kaal en bedekt met zacht mos. Te veel lawaai zou betekenen dat ze pas in het donker tevoorschijn komen. Eenmaal geïnstalleerd, is het vooral een kwestie van roerloos blijven.

De burcht bestaat uit een tientallen jaren oud, uitgebreid stelsel van gangen, waarin generaties dassen hebben geleefd en dat, volgens recente waarnemingen, nog steeds bewoond is. Ze ligt halverwege een steile, zuidgerichte helling in het naaldbos. Grote stapels stenen markeren de ingang. Op het eerste gezicht lijkt het wel een bouwwerf. Sommige stenen zijn zo groot als een baksteen en getuigen van de kracht van hun klauwen.

Dan begint het wachten. Het is windstil. Overal zingen vogels hun late lied. De merel en de zanglijster klinken oorverdovend in het anders zo stille bos. Het koeren van een houtduif en het roepen van een zwarte specht vullen de klanken aan.
Plotseling hoor ik geritsel en geknor in het struikgewas, beneden langs het pad. Een everzwijnzeug komt knorrend uit de adelaarsvarens tevoorschijn. Doodstil sla ik haar gade. Ze laten zich zo zelden zien dat ik even de tijd vergeet. De zon zakt langzaam weg achter de boomtoppen en het gezoem van de muggen wordt steeds hinderlijker. Toch mag ik me niet verroeren: stilzitten is de boodschap, want elk moment kunnen de dassen komen.

Driekwartier lang gebeurt er niets, behalve het gezang van de vogels. Ik zak een beetje dromerig weg, alleen op de wereld, tot ik plots een zwart-wit gestreept kopje boven de aarde zie uitsteken.
Mijn positie? Ik zit op acht meter van de gangen, op een boomstronk, zonder camouflage, open en bloot. Gelukkig ben ik tegen de windrichting in gekomen en maak ik me zo klein mogelijk. Dassen zijn sterk bijziend, maar hun gehoor en reukzin zijn uitstekend.

Het neusje van de das trilt onrustig terwijl hij de lucht afsnuffelt. Is er gevaar? Zijn er vreemde geuren? Stapje voor stapje komt hij uit de gang, tot hij helemaal zichtbaar is. Blijkbaar gerustgesteld, gaat hij op zijn achterste zitten en krabt zich met een achterpoot heftig achter het oor. Ik vermoed dat de gangen en nestruimtes een paradijs voor vlooien vormen.

Eerst even voorzichtig ruiken en luisteren.

Hoewel dassen van nature propere dieren zijn, ze bekleden hun slaapplaatsen met plantaardig materiaal dat ze regelmatig vervangen,blijven vlooien onvermijdelijk. Niet ver van de burcht is vaak een kleine ‘composthoop’ te vinden met oud nestmateriaal.
Onze vriend sloft wat verder naar de latrine om zijn behoefte te doen. Altijd op dezelfde plaats, zodat wie een fijne neus heeft het soms kan ruiken.

Dan verschijnt een tweede kopje. En een derde. Ze beginnen meteen aan hun persoonlijke hygiëne: een krabpartij van jewelste, zowel op zichzelf als bij elkaar. Af en toe laten ze een luidruchtige scheet. Het lijken jonge dieren. Even later voegen zich ook twee volwassen dassen bij het gezelschap.

De ADHD das van de familie.

Onder de jongen zit een bijzonder speelse rakker die de anderen geen moment met rust laat en voortdurend vechtlustig is. De volwassen dieren zijn er niet van gediend en bijten van zich af, maar broer of zus moet het meestal ontgelden. Af en toe wordt er zo hard gebeten dat er gepiep klinkt. Het tafereel gaat een twintigtal minuten door, tot de zon ondergaat en de dassen in verschillende richtingen vertrekken. Eén van hen loopt op amper een meter voor mijn neus langs, over de wissel naar boven.

Dassen zijn sociale dieren in hun burcht, maar op jacht gaan ze zelden samen, concurrentie dulden ze niet.
Wanneer het te donker wordt in het bos en de bosuil roept, keer ik huiswaarts. Een onvergetelijke ervaring rijker.

Tekst : Rudy De Mol.

Fotografie : Koenraad De Mol.

7 thoughts on “Wanneer de zon zakt en de dassen ontwaken.

    1. Geert Delsoir says:

      Terug wordt ik gecatapulteerd naar de tijd dat we aan de dassen burcht zaten aan Étang de Cheminel.
      Inderdaad een ongelofelijke natuurbeleving die me altijd zal bijblijven.

  1. Wat een prachtig verhaal… en herkenbaar, wij maakten dit mee in de Voerstreek op zoogdierenkamp… stil zijn was de regel inderdaad ! Mooi geschreven Koen !

Een reactie achterlaten op Robin Reactie annuleren

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Follow by Email