Mode op het water.
Daar dreef hij dan: de kuifeend, zelfverklaard topmodel van de vijver. Met zijn glanzende zwarte kuif die fier krulde alsof hij rechtstreeks uit een kapsalon was gewaggeld. “Ligt mijn kuif goed?” vroeg hij aan zijn
De schoonheid vereeuwigen, met camera en hart. Het juiste moment vastleggen, genieten van elke stap.
Daar dreef hij dan: de kuifeend, zelfverklaard topmodel van de vijver. Met zijn glanzende zwarte kuif die fier krulde alsof hij rechtstreeks uit een kapsalon was gewaggeld. “Ligt mijn kuif goed?” vroeg hij aan zijn
Het Schippershuizeke, dat kleine maar trotse gebouwtje aan het water, stond daar alweer als een oude filmster die geen genoeg kreeg van de camera. Ochtendgloren? Klik. Avondrood? Klik. Mist die zo dik is dat je
In de laatste stralen van een zachte zomerzon trippelde de haas door de weide alsof hij op inspectie was. Terwijl hij rondneusde tussen de duizenden grassprieten, viel zijn oog plots op dat ene halmpje. De
Daar stond je, aan de waterkant. Je ogen priemend naar het rimpelende water, zoekend naar die ene beweging.Elk spiertje in je lichaam gespannen,elk zintuig scherpgesteld.Als een boog die op het punt staat los te laten,
Fragiel hangend.Intens verlangendnaar de eerste stralen. Een streepje zon.De dag is nog prilmaar een beetje warmtemaakt een wereld van verschil.
Blaadjes zacht als zijde.Zo teer.Zo broos.De ranke stengel.Fier rechtopmaar buigzaam de wind trotserend.Even maar in bloei.Kort maar intens.Zo puur,met zoveel vuur.Zoals ze plots verscheen,gaat ze even snel weer ergens heen. Misschien wel naar een zieltje
Het landschap verschijnt,omhuld in een waas,waar nevels zich vleien. De stilte die zingt,onder takken,waar koele lucht ontspringt. Dan verschijnt ineens het licht.De ochtendzon roept.De dag is in zicht.
Terwijl ik met mijn fiets over een brugje reed nabij de ingang van het natuurgebied Bourgoyen-Ossemeersen, viel mijn oog op een grote zilverreiger iets verderop in de sloot. Ik plaatste mijn fiets aan de kant,
Zonder zorgen,zo licht en vrij.Niet denkend aan morgen,alleen jij en mij. Aanwezig in het nu,een moment zo puur.Dobberde je op het water,omringd door ontluikende natuur. In je ogen, een glinstering,helder en rond,zag ik de zon,die
Deze morgen passeerde ik een dode populier waarop zwavelzwammen stonden te blinken in de zon. Hun levendige gele en oranje tinten leken wel oplichtende vlammetjes, een contrast met het sombere hout waar ze op groeiden.